Zelf Luikse stroop maken is iets voor de echte liefhebber. Geen haastklus, maar een echt staaltje slowfood. Je hebt al je liefde en geduld nodig voor een potje van dit bruine goud. Heerlijk op brood, bij Luikse balletjes of wild. Maar voor het zover is.. Bereid je voor op uren pruttelen, wachten, zeven en roeren en het voldane gevoel bij het sluiten van de pot. Ben je er klaar voor?
Wat heb je nodig?
Allereerst heb je een goede pan nodig. Van origine wordt stroop vaak ingekookt in koperen ketels. Het materiaal kan de smaak van de stroop aanzienlijk beïnvloeden. Aangezien de meesten van ons niet zo’n ketel in huis hebben (wij dus ook niet), volstaat een goede pan met een dikke bodem ook. Wij hebben voor dit recept gebruik gemaakt van een Le Creuset braadpan (klik hier voor een review en meer info).
- 7 peren (kwaliteit is niet van het grootste belang voor stroop, je kunt rustig valfruit gebruiken, dit is zelfs vaak beter omdat zich hierin meer suikers hebben kunnen vormen.)
- 3 appels (de appels geven iets meer pit aan de stroop, peren zijn vrij zoet naar gelieve kun je zelf experimenteren, in sommige stropen worden zelfs dadels gebruikt)
- 150 gram suiker (kan ook zonder, maar dan moet je vermoedelijk veel langer koken)
- Zeef of bijvoorbeeld kaasdoek
- Glazen (weck)pot
- glas water
- geduld
De bereiding
Was het fruit, snij het in grove stukken en doe het in een pan (schil, pitjes en steeltjes erbij, wij sneden het fruit in vieren, maar kleiner is gezien de tijd wel aan te raden). Doe eerst de peren in de pan en doe de appels bovenop (peren branden minder snel aan). Voeg een glaasje water toe en breng het aan de kook. Zet het vuur laag en doe het deksel op de pan. Laat het fruit nu rustig 3 uur pruttelen, af en toe even omspatelen. Nu is het vocht vrijgekomen uit het fruit. Naar wens kun je het fruit nog even door laten pruttelen of laten nagaren in de pan.
Ondertussen kun je de weckpotten uitkoken om te steriliseren en laten uitlekken op een schone droge theedoek.
Na het koken gaan we het fruit zeven. Dit kan met een zeef, maar wij hebben kaasdoek gebruikt. Door het zeven hou je een de heldere vloeistof uit het fruit over. Dit gaat weer in de pan. Nu voeg je de suiker toe en laat je het vocht vervolgens 2-3 uur koken op laag vuur om in te dikken. Dit is het bewerkelijkste stuk, omdat je regelmatig moet roeren (niet te vaak anders karameliseert het minder goed en haal je de pit uit de stroop en wordt hij zoeter). Twee uur kan het waarschijnlijk vrij zorgeloos koken, maar dan bereik je het punt waarbij het vocht zover is ingedikt dat de suiker gaat karameliseren.
Gaat het niet snel genoeg zet dan het vuur wat hoger. Je kunt zelf bepalen hoe stroperig en vloeibaar je het wilt hebben. Wij hebben een vloeibare en een vastere stroop gemaakt. Het verschil was zo’n vijftien minuten langer koken. Test regelmatig even om te zien hoever de stroop stolt bij afkoelen (houd er rekening mee dat het in de pan veel vloeibaarder is door de verhitting, bij afkoelen zal de stroop stijver worden). Tevreden? Giet je stroop dan in de weckpot en sluit meteen af met het deksel. Laat de pot staan om af te koelen. De luikse stroop is goed houdbaar door de suikers.
Het boek dat ons inspireerde om Luikse stroop te gaan maken: ‘À la Mère de Famille‘ , in dit boek worden de geheimen van Parijs’ oudste patisserie, chocolaterie, confiserie en glacerie onthuld. We hebben het recept niet helemaal gevolgd, maar de inspiratie was genoeg om te genieten van het proces om zelf Luikse stroop te maken en nu de trotse bezitters te zijn van twee potten stroop.
Pingback: Luikse gehaktballetjes | Kookbroeders
ik heb in plaats van gewone suiker donkere bruine suiker gebruikt zoals oma dat vroeger deed en is verrukkelijk moet je ook eens proberen
Goed om te horen,en het zal ook een mooie kleur geven met bruine suiker.